Het centrale gebouw op Het Stift is in alle opzichten de Stiftskerk. Niet alleen vanwege haar omvang, ouderdom en religieuze betekenis, maar ook omdat zij alle eeuwen door, in alle episodes uit de geschiedenis van Het Stift, actief heeft gefunctioneerd. In de Middeleeuwen als klooster- en parochiekerk, daarna als Stiftskerk van de Hervormde gemeente. In deze laatste hoedanigheid functioneert zij nog steeds. De betekenis van de overige gebouwen is over het algemeen maar tot een bepaald tijdvak beperkt gebleven.
Toen Hugo van Buren rond 1140 zijn commune vestigde, had Weerselo al een kapel. Deze zal van hout geweest zijn. Sinds 1178 was deze kapel, inmiddels kloosterkerk geworden, officieel toegewijd aan de Heilige Remigius, de bisschop die Clovis doopte en die daarom ook wel genoemd wordt, de apostel van de Franken. Het zou heel goed mogelijk kunnen zijn dat in deze periode de kerk al van steen was. In de muren van huidige kerk zijn brokken ijzeroer verwerkt. De kerk heeft nu vier traveeën. Elk gedeelte van een kerk, dat door een afzonderlijk gewelf wordt overspannen, heet een travee. De aquarel van Schouwman uit de 18e eeuw (zie beneden) leert ons, dat de kerk oorspronkelijk vijf traveeën heeft gehad. De meest westelijke travee, 6,20 m lang, is echter rond 1800 afgebroken, maar de funderingen ervan zijn nog aanwezig.
Tegenwoordig wordt de Stiftskerk gebruikt voor huwelijken, concerten, begrafenissen en kerkdiensten.